De column van Nico Ramaer
Code Oranje
Code oranje kennen we als weeralarm; daarnaast is er ook geel en rood. Bij voetbal en hockey kennen we de gele en de rode kaart; bij hockey ook nog de groene. Maar een oranje kaart, nee! Daarom vanaf nu ook bij andere zaken dan het weer, ‘code oranje’!
Over Oranje gesproken, vandaag, 31 augustus 2024 is het 144 jaar geleden dat Wilhelmina werd geboren en was ‘t t/m 1948 op 31 augustus Koninginnedag. Na Juliana werd dat 30 april en ook Beatrix – van 31 januari – hield 30 april aan. Willem-Alexander houdt vast aan z’n geboortedatum en daarom is ‘t op 27 april Koningsdag. De toekomstige Koninginnedag zou weleens 7 december kunnen zijn, de verjaardag van – nu nog – kroonprinses Amalia. Ze ‘ontgroent’ bij ‘t Amsterdamse studentencorps, maar wel met ‘aanpassinkjes’. Zij doorbreekt daarmee de lange Oranjetraditie ‘Leiden/Minerva’. Achter de koningshuisschermen misschien toch ‘n beetje ‘codeoranje’?
Door het vermeende grensoverschrijdend gedoe rond de uiterst gulle Prinses Laurentien is, op haar eigen verzoek, code oranje veranderd in code rood; zichzelf uit ’t veld gestuurd. Manlief Constantijn zei nog braaf: “Het is nergens op gebaseerd”. Wie moeten we geloven? De ouders van tik-tok Gravin Eloise of de ambtenaren die op uw en mijn belastinggeld proberen te passen?
Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft vandaag nog één maand te gaan; zijn opvolgster is Carola Schouten. Nu Den Haag nog dames! Burgemeester Molkenboer heeft nog een halfjaar te gaan; opvolging zou er nog niet zijn. Wat overdreven om dat nu al met code oranje te labelen, maar ik begreep wel dat ‘t aantal potentiële burgemeesters dun gezaaid is. Sterker nog, onlangs besteedde de radio serieus aandacht voor dit probleem, o.a. via een burgemeestersopleiding.
Nu we toch in Woerden zijn, het Campinagebouw aan de Bleek is inmiddels geheel ingericht om 200 asielzoekers, voor de periode van maximaal één jaar, op te vangen. In augustus 2025 horen ze er weer uit zijn. Wat betreft dat jaar zeg ik: “eerst zien, dan geloven”. Immers, het COA is in de loop der jaren ‘n uiterst onberekenbaar, en daarmee feitelijk onbetrouwbaar, instituut gebleken. Datzelfde COA gaat nu ook beslissen wat voor ‘soort’ asielzoekers dat worden; naar verluid zijn dat uitsluitend mannen. De fracties van VVD en Lijst van der Does hebben er schriftelijk vragen over gesteld, hun zorgen geuit, aangedrongen op gezinnen én het voorkómen van veilige landers. Ervaringen elders met deze groep wijzen op extra overlast. Wat mij betreft: code oranje.
De Woerdense Courant gebruikt ‘vluchteling’ en ‘asielzoeker’ door elkaar. Echter een vluchteling is iemand die zijn/haar woongebied ontvlucht uit vrees voor geweld of erger vanwege ras, geloof, gender of politiek. Aansluitend, om die dreiging blijvend te voorkómen wordt buiten ‘t thuisland bescherming gevraagd; dan wordt ‘t ‘n asielzoeker. Dit i.t.t. tot iemand die wegvlucht voor brand of ander onheil; die vlucht wel, maar is geen asielzoeker. En een migrant is iemand die zijn/haar land vrijwillig verlaat om elders een beter leven te leiden én later, zonder gevaar, weer terug kan.
Nog even terug naar ontgroenen. Ik heb niet bij ‘n corps gezeten of ‘t zouden de geneeskundige troepen moeten zijn tijdens m’n militaire dienstplicht. Daar zat ‘n mengelmoes die qua opleiding en interesses nauwelijks match-te. Ik diende in het Prinses Beatrixkamp, een kleine luchtmacht dependance van vliegbasis Eindhoven aan de Oirschotse Dijk. Veel later was het tot 2011 een asielzoekerscentrum. Mijn ontgroening viel mee. Vier ‘ouwe stompen’ die in een afgeschermde hoek van het slaapzaaltje in gewone bedden lagen, hadden ‘t gemunt op een suffige Limburger waarmee ik ‘n stapelbed deelde. Zijn bed werd de eerste maanden, soms enkele keren per week uit elkaar gerukt en met matras en al vanaf de eerste etage uit ‘t raam geflikkerd. Hij moest alles dan zelf beneden bij elkaar rapen, omhoog sjouwen en weer in elkaar zetten. Ondanks excuses van de oude stompen, moest er dus ook uit; vermoeiend maar zonder de mentale druk die mijn slapie ervoer. Wel moest iedereen als ontgroeningscorvee plees en pisbakken met blote handen reinigen. Als ‘toelatingsexamen’ moest ik met de ouwe stompen klaverjassen. O wee als ik het verknalde; ik had enorm geluk met de kaarten die ik trok en werd ‘geaccepteerd’.
Nu zou dit grensoverschrijdend gedrag zijn, minstens code rood, maar in 1967 was dit normaal.
Nico Ramaer