Zo bereiden bedrijven zich voor op een brand, maar ‘het is niet altijd te voorkomen’

De verwoestende brand bij een bedrijf in Montfoort had grote impact op de omgeving. Bewoners moesten hun huizen uit en tot aan Utrecht gold het advies de deuren en ramen te sluiten. Brand is nooit helemaal te voorkomen, al doen bedrijven daar wel veel aan. Hoe ziet dat eruit? En wat als het toch misgaat?

“Brand kan je nooit helemaal voorkomen, het is altijd mogelijk dat het ontstaat”, vertelt Dieter van Riel, technisch manager bij Inprevo, dat organisaties helpt bij het opstellen van een bedrijfshulpverleningsplan.

Elk bedrijf heeft zo’n BHV-plan waarin noodsituaties als brand worden beschreven. Er staat bijvoorbeeld in hoe brand moet worden voorkomen. Dat kunnen simpele maatregelen zijn als ‘niet roken’ en ‘geen vuurtje stoken’ zijn. Ook worden specifieke risico’s van een bedrijf op een rijtje gezet. Stel een bedrijf gebruikt de gevaarlijke stof ammoniak, dan moet duidelijk zijn hoe wordt gehandeld bij een lekkage.

De brand maandag woedde bij een coatingbedrijf. Het werken met coating brengt risico’s met zich mee die in een BHV-plan moeten worden omschreven, zegt Van der Poll. De brand begon mogelijk in een oven. In die oven worden metalen van poedercoating voorzien. Zo’n laag zorgt ervoor dat het materiaal langer goed blijft. Zo’n oven wordt het metaal naar de juiste temperatuur gebracht zodat de poederdeeltjes samensmelten.

Een BHV-plan verschilt per bedrijf, zegt Van der Poll. “Alle dingen die fout kunnen gaan moet je beschrijven. Je moet er alles aan doen zodat het niet uit de klauwen loopt.”

Hoe hoger het risico, hoe meer maatregelen een bedrijf moet nemen. En hoe groter het bedrijf, hoe minder het mag leunen op de overheid. De maatregelen kunnen gaan tot het verplicht aanstellen van een bedrijfsbrandweer bij grote en risicovolle bedrijven.

Brandweer

Daarnaast rukt de ‘gewone’ brandweer ook altijd uit als er brand is. Bij sommige bedrijven is de brandweer al op de hoogte van mogelijke risico’s, legt een woordvoerder van de Veiligheidsregio Utrecht uit. Als het nodig is kan de brandweer dan sneller opschalen of specialisten oproepen, afhankelijk van het type brand. Voor bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken maakt de Veiligheidsregio aparte protocollen. De wet bepaalt wanneer dat nodig is, bij het coatingbedrijf in Montfoort is dat niet het geval.

De Veiligheidsregio Utrecht verspreidde gisteren een NL-Alert om burgers te waarschuwen. In zo’n bericht staat in een noodsituatie wat er aan de hand is, wat je moet doen en waar je meer informatie kan vinden. “Omdat dit een grote brand was en de rook laag hing is een NL-Alert verstuurd”, vertelt een woordvoerder van de Veiligheidsregio. Inwoners tot aan de Utrechtse wijk Zuilen ontvingen gisteren het bericht met het advies om ramen en deuren te sluiten. “Het gebied wordt o.a. bepaald aan de hand van de windrichting.”

Adem je rook in van de brand? Of dat gevaarlijk is ligt eraan hoeveel rook je inademt, hoe dicht de rook is en hoe gevoelig je ervoor bent, legt Nienke Sluis, adviseur Milieu en Gezondheid bij GGD regio Utrecht uit.

De klachten die je snel merkt zijn tranen in de ogen, hoesten of een geïrriteerde keel. “Mensen die er wat gevoeliger voor zijn kunnen wat benauwdheidsklachten hebben en kortademiger worden.”

Als de rook weg is gaan de klachten meestal snel weg, zegt Sluis. “Als je ogen geïrriteerd blijven kun je even spoelen.” Trekken de klachten maar niet weg? Dan kun je naar de huisarts gaan, zegt Sluis. “Na bijvoorbeeld een paar uur tot een dag.”

Nazorg

In een goed BHV-plan staat ook wat over de nazorg, zegt Van der Poll. “Dat gaat over de menselijke kant. Mensen hebben wat meegemaakt, hoe ga je daarmee om, wat heb je voor hen geregeld?

Ook gaat het over de toekomst van het bedrijf. Veel organisaties vergeten dat een incident pas is afgelopen als het weer zoals daarvoor draait, zegt Van der Poll.

Veel bedrijven besteden te weinig aandacht aan nazorg, merkt Van der Poll. Ze zijn er niet voor opgeleid en kunnen zich slecht voorstellen hoe zo’n situatie is. ” Dan is het heel lastig opschrijven wat je gaat doen als dat wel zo is.” En juist dat zouden bedrijven wel moeten doen, benadrukt Van der Poll. “Hoe meer je je voorbereidt hoe beter.”

Bron: RTV Utrecht