
UMC Utrecht gebruikt alleen nog Nederlands donorzaad
Het UMC Utrecht gebruikt bij donorconceptie alleen nog zaad van Nederlandse mannen en is dus gestopt met het insemineren met commercieel Deens donorzaad. Het ziekenhuis wil meer controle over de herkomst van het zaad, omdat kinderen het recht hebben op informatie over hun spermadonor. De keuze heeft geleid tot een tekort aan beschikbare donoren. Nieuwe wensouders kunnen zich daarom niet meer aanmelden bij het UMC Utrecht.
Om dit op te lossen, start het ziekenhuis binnenkort een campagne om meer Nederlandse mannen te werven die zaad willen doneren. Dit moet ervoor zorgen dat er meer donoren beschikbaar komen, zodat het ziekenhuis weer aan de vraag kan voldoen en mensen kan helpen bij hun kinderwens.
Hoe zit dat nu met wensouders die graag via donorconceptie een kind willen? “We adviseren het liever niet, maar ik denk toch dat wensouders moeten kijken of ze in andere klinieken in Nederland terecht kunnen. Dit is een landelijk probleem”, zegt de woordvoerder van het UMC. “Het alternatief is toch om op zoek te gaan naar een donor die je kent. Ga dan wel samen met deze donor naar een kliniek om je aan te melden. Zo voorkom je dat je een afspraak maakt met een donor die te veel heeft gedoneerd.”
Deze week boog de rechtbank in Den Haag zich nog over de vraag of Jonathan Meijer filmpjes mag blijven maken op sociale media, gericht aan donorkinderen. Ouders van deze kinderen eisen dat hij stopt met de filmpjes. Met zijn zaad waren toen al vele honderden kinderen verwekt. Meijer kwam in 2023 in het nieuws door zijn zaaddonatie aan wensouders, wat leidde tot een rechtszaak en de Netflix-documentaire The Man with 1000 Kids.
‘Overschot aan wensouders’
“Er wordt weleens gezegd dat er een tekort is aan donoren. Ik spreek liever van een overschot aan wensouders”, vertelt Ties van der Meer van Stichting Donorkind. Deze stichting komt op voor donorkinderen. “Het aantal wensouders is de afgelopen jaren heel sterk gegroeid, omdat donorconceptie beter bespreekbaar is geworden. Maar het is best wel bijzonder wat we van mannen die zaad doneren, of vrouwen die eicellen doneren vragen. Want we vragen ze: wil je helpen om een kind te verwekken waar je dan vervolgens zestien jaar niets over weet- en daarna misschien. Dat is nogal wat.”
Sinds 2004 is anonieme spermadonatie niet meer toegestaan. Op hun zestiende kunnen donorkinderen naar Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb). Zij bewaart en beheert de gegevens van sperma-, eicel- en embryodonoren. Donorkinderen kunnen dan de informatie over hun biologische vader opvragen bij deze stichting.
Anna Candido vreest voor een toename van wensouders die naar buitenlandse spermabanken uitwijken. “Als deze kinderen zestien zijn, gaan ze naar de Sdkb om te vragen: wie is mijn donor? Ja, de gegevens hebben ze dan: Kopenhagen. Het is heel lastig om dan achter je biologische vader te komen.”
Volgens Stichting Donorkind schort het aan goede voorlichting bij wensouders. “Want wensouders worden door klinieken, de verkoper, voorgelicht over dat dit een makkelijke, probleemvrije manier is om een kindje te krijgen. Maar dat is het dus niet.”
Bron: RTV Utrecht
Foto: Freepik