Sociale mediaberichten kan je je baan kosten
Een racistische uitlating of een negatieve opmerking over je werkgever op sociale media plaatsen. Het kan in sommige gevallen leiden tot ontslag. Zo ver kwam het bij de Utrechtse politie niet, maar deze week werden er wel agenten gestraft na discriminerende uitlatingen. Wat kan je als werknemer wel en niet online zetten?
Een medewerker van Greenpeace werd in 2021 ontslagen nadat hij ‘emotionele, agressieve en gewelddadige uitingen’ op sociale media deed. De man had moeten begrijpen dat die uitingen niet passen bij de kernwaarden van de werkgever, stelde de rechter.
En in 2022 werd een medewerkster in de ouderenzorg ontslagen die zich kritisch uitliet over coronavaccins. Ze sprak onder meer over ‘een misdaad’. Ze mocht zich wel uitlaten over het onderwerp, maar in de manier waarop hield ze te weinig rekening met de belangen van collega’s en de werkgever, oordeelde de rechter.
Vrijheid van meningsuiting
“Het is toch vrijheid van meningsuiting?” is vaak het verweer in zulke zaken. Maar daar staat tegenover dat je niet mag handelen in strijd met de wet, legt arbeidsrechtadvocaat Brigit van de Ven uit. Er is ook een artikel in de wet waarin staat dat je een ‘goede werknemer’ moet zijn, voegt arbeidsrechtadvocaat Kim Voordes toe.
Wat dat dan is, is een grijs gebied. Het ligt er bijvoorbeeld maar aan waar je werkt. Wanneer je in een varkensslachterij werkt is het bijvoorbeeld niet handig om je werkgever online voor dierenbeul uit te maken, geeft Voordes als voorbeeld.
Op negatieve uitlatingen over de werkgever en verboden zaken als racisme zit geen bedrijf te wachten. Het kan namelijk slecht zijn voor het imago van het bedrijf als een werknemer zulke dingen zegt, zegt Van de Ven.
Voor de rechter
Als een zaak voor de rechtbank komt kijkt die wat iemand heeft gezegd en waarom, of het de werkgever schade doet en wat een passende maatregel is, legt Van de Ven uit. Maar vaker lossen organisaties het zelf op. Twee agenten van het politiekorps Midden-Nederland kregen deze week straffen voor denigrerende en discriminerende uitlatingen. Niemand werd ontslagen.
“Nou, dat is wel wat lauwtjes. Deze mannen komen goed weg”, dacht Voordes in eerste instantie toen ze het las. Ze benadrukt dat ze niet precies weet wat er gebeurd is en wat de omstandigheden waren. Maar een agent heeft een voorbeeldfunctie en machtspositie, legt ze uit. Dat juist zo iemand discriminerende dingen zegt, kan grote impact hebben. “De groep om wie het gaat kan geraakt zijn, terwijl de politie juist een neutraal gezicht moet zijn.”
Niet alleen agenten maar alle ambtenaren moeten extra uitkijken wat ze zeggen, zegt Van de Ven. Zij leggen namelijk een eed af waarin ze onder andere beloven integer en rechtvaardig te handelen. Maar ook bijvoorbeeld advocaten, artsen en andere werkenden met een beroepsgeheim moeten extra uitkijken, zegt Voordes.’
Protocol sociale media
Het beste is als bedrijven een gedragscode over sociale media hebben, vinden beide advocaten. Want dan kun je duidelijk maken wat wel en niet gewenst is. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat er pas na overleg iets over de werkgever gedeeld mag worden. Zorg ook dat erover gesproken wordt op de werkvloer, benadrukt Van de Ven. Zo hou je het onderwerp onder de aandacht.
En werkenden raden Voordes en Van de Ven aan: denk na voordat je iets plaatst. Het is goed om bij jezelf na te gaan of het een persoonlijke en emotionele uitlating is, of dat je bijvoorbeeld kennis wil delen of standpunten wil uitwisselen, zegt Van de Ven. In dat eerste geval gaat het nog wel eens mis. Van de Ven: “En bij twijfel: heb het erover met je werkgever.”
© RTV Utrecht / Joost Danvers
Bron: RTV Utrecht