Ieder jaar gewonden na afsteken vuurwerk
Een vuurpijl de lucht in knallen om het nieuwe jaar in te luiden. Voor veel mensen hoort het erbij. Maar er vallen ook ieder jaar slachtoffers. Dat zien artsen in het Diakonessenhuis en het UMC Utrecht terug in het ziekenhuis. Daar behandelen ze de verwondingen, waar sommige patiënten levenslang de gevolgen van merken.
Het is nieuwjaarsnacht. Op de spoedeisende hulp van het Diakonessenhuis in Utrecht komt een klein kindje binnen. De ouders hadden een sterretje aan hun kind gegeven. “Het kind dacht: dat ziet er mooi uit. En pakt het sterretje vast in plaats van het stokje”, vertelt David Baden, arts op de spoedeisende hulp van het Diakonessenhuis in Utrecht. Het kindje liep derdegraadsbrandwonden op. Dat is een ernstige verbranding, legt Baden uit. “Dat komt niet helemaal goed meer.”
Met de laatste jaarwisseling raakten naar schatting ruim 1200 mensen gewond, blijkt uit cijfers van VeiligheidNL. Het gaat om slachtoffers die op de huisartsenspoedpost of spoedeisende hulp belandden. Bijna 45 procent stak het vuurwerk niet zelf af, maar stond in de buurt. En ruim de helft is jonger dan 20 jaar.
Baden ziet met Oud en Nieuw zo’n drie tot vier slachtoffers. Meestal raken zij gewond aan hun ogen of handen. Vuurwerkkruid in een oog lijkt in eerste instantie vrij onschuldig, vertelt Baden. Maar het kan een heel oog uitbijten. Als het letsel toch ernstig is moet iemand naar het academische ziekenhuis, in Utrecht is dat het UMC Utrecht.
Daar werkt plastisch chirurg David Krijgh. Plastisch chirurgen behandelden afgelopen jaar bijna 60 slachtoffers waarvan ongeveer 45 procent ernstig gewond is, blijkt uit cijfers van de beroepsvereniging NVPC. Krijgh ziet elk jaar zo’n drie echt ernstige gevallen. “Dan bedoel ik meerdere vingers of een hand die geamputeerd moet worden.” Hij heeft een keer meegemaakt dat een jongetje van een jaar of twaalf zijn hand moest missen.
De slachtoffers die bij de plastisch chirurg terechtkomen zijn steeds jonger en het letsel is ernstiger, ziet de NVPC. Dat komt volgens de vereniging onder andere door de illegale Cobra 6. Dat vuurwerk heeft de kracht van een handgraat, zegt Krijgh. Dit najaar liepen vier slachtoffers ernstig letsel op door een ongeluk met de Cobra 6. Na zo’n ongeluk moeten artsen in 80 procent van de gevallen een amputatie uitvoeren, zegt de NVPC.
‘Het is echt vreselijk’
Rond de jaarwisseling is het bijna een kwestie van wachten: wanneer gebeurt het?, vertelt Krijgh. “Het zijn geen prettige letsels om te doen, het zijn bijna een soort oorlogsslachtoffers. Het is echt vreselijk.” Hij ziet ook hoe groot de invloed op het leven van de patiënt is. Zo zag hij kinderen die niet meer konden worden wat ze het liefste wilden.
Voor ouders is het ook heftig. Die van het kind dat gewond raakte van het sterretje waren “helemaal in tranen en gestrest”, zegt Baden. Dan erkent hij hun gevoelens en probeert hij er te zijn, door uit te dragen dat schuldgevoel nu niet helpt en het gebeurd is. En dat ze de best mogelijke zorg gaan leveren.
Vuur blijft vuur
Krijgh hoopt dat ouders in gesprek gaan met hun kinderen over wat er mis kan gaan. Ook Baden vindt dat mensen zich beter moeten beseffen wat de risico’s zijn. “Vuur blijft vuur. Ook al staat er toevallig kindervuurwerk op, het is zeker niet onschuldig.”
Een landelijk verbod is het beste, denkt Krijgh. In 2020, in coronatijd, gold dat ook. Toen kregen plastisch chirurgen ongeveer drie keer minder vuurwerkslachtoffers binnen, benoemt hij. Mensen staken toen ook minder illegaal vuurwerk af, zegt de chirurg.
Baden weet niet of een totaalverbod helpt. Neem drugs: die zijn verboden maar worden toch veel gebruikt. De arts denkt dat een andere manier van denken nodig is. “Ik denk dat je het met z’n allen anders moet willen. Dat Oud en Nieuw gewoon leuk en gezellig is.”
Foto: Pexels