De uitdagingen bij Vrijwilligerswerk, Jeugdzorg en Sport
KRIMPENERWAARD – In een recent interview met wethouder Irma Bultman kwamen enkele belangrijke onderwerpen aan bod, zoals de waardering voor vrijwilligers en de complexe uitdagingen binnen de jeugdzorg. Het lijkt op het eerste gezicht heel positief: vrijwilligers worden erkend voor hun onmisbare inzet, en daar is in principe niets mis mee. Maar als je dieper graaft, wordt het plaatje een stuk minder rooskleurig.
Vrijwilligerstour
Laten we beginnen met de vrijwilligers. Het is hartverwarmend om te horen dat er een jaarlijkse vrijwilligersprijs is en dat jonge vrijwilligers, zoals Thijs Geurts van RTV Krimpenerwaard, eindelijk de erkenning krijgen die ze verdienen. Maar wat zegt het eigenlijk over onze samenleving dat we zo’n prijs nodig hebben? Zou het niet vanzelfsprekend moeten zijn dat vrijwilligers gesteund en gewaardeerd worden? De wethouder merkt op dat veel vrijwilligers in de regio een “feestje” maken van deze waardering. Leuk en aardig, maar dat lijkt meer een pleister op een steeds grotere wond. We kunnen niet zonder vrijwilligers maar de aanwas ervan neemt af en dat zorgt voor de nodige hoofdbrekens.
Uitdagingen in de Jeugdzorg
De jeugdzorg is een serieus probleem dat de wethouder met de nodige zorg aanhaalt. De realiteit is dat de jeugdzorg in Nederland al jaren onder druk staat. Wachtlijsten groeien, de kosten stijgen met 9% in 2025 en het aantal jongeren dat zorg nodig heeft blijft stabiel. Maar in plaats van met echte oplossingen te komen, lijken gemeenten zich tevreden te stellen met het creëren van meer samenwerkingsverbanden. Is dat echt voldoende? De wethouder benadrukt dat samenwerking met andere gemeenten essentieel is. We vestigen onze hoop op samenwerking, maar daarmee worden de echte fundamentele problemen niet opgelost. De jeugdzorg is complex, dat is waar, maar waarom blijft de focus vooral op het creëren van meer administratie en herstructurering, en niet op het daadwerkelijk verbeteren van de zorg?
Het lijkt erop dat er een constante wisselwerking is tussen beleidsmaatregelen en bureaucratie, waarbij de jongeren die hulp nodig hebben op de achtergrond verdwijnen terwijl de daadwerkelijke ondersteuning zo broodnodig is. De wethouder zelf zegt dat haar invloed beperkt is en dat de thematiek veelomvattend is.
Als we het hebben over preventie, klinkt het alsof de wethouder het juiste idee heeft: kijken naar zelfredzaamheid. Maar wat is dat eigenlijk? De nadruk ligt vooral op het afschuiven van verantwoordelijkheden richting de inwoners zelf. En in een samenleving die steeds individualistischer wordt, is het de vraag of dit wel de juiste aanpak is. Beetje bij beetje wordt de overheid meer een ‘achterdeurtje’ dan een echte steunpilaar. Vraag je jezelf af: wordt het probleem echt kleinere als wij als gemeente deze kwesties maar verder afschuiven en hopen dat mensen het zelf oplossen?
Sport
De wethouder pleit voor het behoud van sportverenigingen als plekken van ontmoeting. Dit is ongetwijfeld belangrijk. Maar hoe lang kan de gemeente zich blijven verschuilen achter dit motto als de subsidies en steun van bovenaf alsmaar verminderen? De afbouw van de Bosa-subsidie is daar een sprekend voorbeeld van. De subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) is bedoeld voor amateursportorganisaties. Zij kunnen subsidie aanvragen voor bouw- en onderhoudskosten van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen. Die wordt dus afgebouwd en dat brengt de nodige kopzorgen met zich mee. Bij noodzakelijke verduurzaming en onderhoud komen de sportverenigingen daarmee eerder in de financiële problemen.
Bultman benadrukt dat de gemeente steeds kritischer moet zijn bij de toekenningen bij de zorg, gezien de beperkte middelen en capaciteit.
Het interview is nog enkele weken terug te luisteren via:
zaterdag 14 december ’24 | • 11:00 uur |