Bewoners noodopvang voelen zich veilig in Woerden
De noodopvang voor asielzoekers in Woerden aan De Bleek is zo’n drie maanden in gebruik. Tijd voor een kennismaking met enkele bewoners. Uit het gesprek volgt dat zij zich veilig voelen in Woerden. Langzamerhand maken ze kennis met de Nederlandse way of life. Ze zouden het fijn vinden om meer Nederlanders te leren kennen, en om vaker deel te nemen aan evenementen in de stad.
Als we binnenkomen zien we een sobere ruimte met banken. Mannen – er wonen hier alleen mannen – zitten op de banken bij de ingang. Ze doen wat iedereen tegenwoordig doet, op hun telefoon kijken. Een stel speelt op een kleine versie van een poolbiljart. In een zijkamer staan een televisie en een gitaar, die ruimte is bedoeld als rustige plek. We worden hartelijk ontvangen door de locatiemanager, Josra, die drie mensen bereid heeft gevonden om met de verslaggever van RPL Woerden te spreken. We praten over het leven in het hier in nu. Het verleden, dat bij asielzoekers traumatische herinneringen kan opwekken, laten we rusten.
Drie asielzoekers, drie verschillende verhalen
Temitayo Femi, die in Nigeria de titel Hon. Abilarim draagt, is vooral bezig met het vinden van rust. Hij begint elke dag met het zoeken naar een gevoel van veiligheid. Die vindt hij in de noodopvang. Hij waardeert het dat er een set duidelijke regels is, die elke bewoner heeft ondertekend. Dan gaat het om zaken zoals, geen drugs gebruiken, niet binnenshuis roken, niet vechten. Bij de trap naar de slaapkamers op de verdiepingen hangt dan ook een briefje, het moet na 22:00 uur rustig zijn. Het valt Temitayo op dat de Woerdenaren zich aan de regels houden. Op straat zijn er verschillende gebieden. Een apart deel waar je moet lopen en een ander deel waar je mag fietsen. Vanzelfsprekend voor velen, maar voor hem is het bijzonder. Hij ziet het als het resultaat van het werk van de voorvaderen. Het valt hem ook op dat alle Woerdenaren zich aan die regels houden. Ook de regels uit de Nederlandse grondwet kent hij, hij volgt de Nederlandse politiek. Ook al vragen we niet naar het verleden, Temitayo vertelt graag over zijn werk in Nigeria. Hij was daar onder andere actief met de strijd tegen drugsgebruik, en tegen geweld gericht op meisjes. Zovele meisjes worden slecht behandeld, ze moeten heel jong trouwen, of worden verkracht of zelfs ontvoerd. En aan jongens wordt verteld dat ze door drugs te gebruiken beter gaan presteren. Hij probeert daar wat aan te doen door sociaal werk. Waarom hij uit zijn land moest vluchten weten we niet, maar je kan vermoeden dat het met zijn werk te maken heeft. Temitayo neemt geen blad voor de mond. Hij is vol lof over de Nederlandse politiek, die vrij is van racisme. De Nederlandse leiders zetten zich in voor het belang van de inwoners, dat vindt hij mooi.
Een heel andere persoonlijkheid heeft Basheer, afkomstig uit Irak. Hij heeft het heel druk, ook al woont hij pas kort in Woerden. Hij maakt vrienden in de noodopvang en ook elders in Woerden. Hij gaat vaak sporten. Binnenkort krijgt hij een betaalde baan, hij heeft al een aanstelling op zak. Het wachten is op een BSN-nummer, dat krijgt hij hopelijk binnenkort via een spoedprocedure. Hij gaat veel naar buiten,. Na het ontbijt loopt hij naar de supermarkt in het centrum, “Uncle Albert,” voor een ijskoffie. Basheer spreekt perfect Engels, maar ook Italiaans en Spaans, naast zijn moedertaal Arabisch. Hij heeft het dan ook druk met vertalen. Regelmatig gaat hij met andere bewoners mee naar het ziekenhuis om te helpen met vertalen, bijvoorbeeld naar Nieuwegein of Zeist.
Ook de bescheiden Teklemichael uit Eritrea heeft het druk met sport. Hij vindt het heel fijn als lokale Woerdenaren hem meenemen om te sporten, hij houdt van karate, voetbal en basketbal. Elke vrijdag gaat hij snelwandelen met Woerdense vrijwilligers. Hij is ook naar de Nacht van Woerden geweest, fantastisch vond hij dat. Daarnaast is hij druk bezig met integreren. Hij heeft al een universitair diploma op zak, maar wil nog veel meer leren. Hij volgt cursussen Nederlands en gaat naar de lezingen in de noodopvang, die door de staf gegeven worden. Die lezingen gaan over praktische dingen; bijvoorbeeld hoe het onderwijs in elkaar zit en hoe je met het openbaar vervoer kan reizen. Het openbaar vervoer hebben alle mannen hard nodig. Soms moeten ze voor formaliteiten naar een andere stad, bijvoorbeeld naar Zwolle. Of ze bezoeken familieleden elders in Nederland.
Leren koken
In de verre landen waar deze mannen vandaan komen is de rolverdeling veelal nog traditioneel. Veel mannen hebben dan ook weinig tot geen ervaring met eten koken. En in de noodopvang moeten ze echt zelf voor hun eten zorgen. Teklemichael was vrijgezel, hij kan goed eten maken. Alleen eten heeft in Eritrea echter geen goede naam, mensen die alleen eten worden “hyena’s” genoemd. Hij vindt het beter om het eten te delen. De een doet boodschappen, de ander maakt het eten klaar, en de derde ruimt alles na het eten weer op. Temitayo moest het koken helemaal nog leren. Temitayo en Teklemichael leerden elkaar kennen in de keuken. Temitayo probeerde uien te bakken, maar toen die verbrandden gooide hij ze in het afwaswater, dat Teklemichael juist wilde gebruiken. Zo was hun eerste kennismaking een ruzie, maar sindsdien zijn ze goede vrienden. Temitayo probeert nu de kunst van het koken bij anderen af te kijken. Af en toe gaat hij naar Utrecht, als hij trek heeft in fufu, deegballetjes gemaakt van cassave. Dat klaar te maken lijkt heel erg bewerkelijk.
Alle drie hebben ze enige tijd in Assen gewoond. Dat is een heel groot AZC, dat plaats heeft voor 1000 mensen. Ze kregen er Nederlands eten, ’s ochtends en ’s middags alleen maar kaas en brood, dat kenden ze natuurlijk helemaal niet. In Woerden is het zoveel prettiger, de staf hier vinden zij alledrie geweldig. Elke twee tot drie dagen hebben ze een gesprekje met de staf, die wil dan weten hoe het met hen gaat. En ze zeggen dit niet omdat Josra erbij zit, dit is werkelijk gemeend.
Op onze vraag hoe het is om alleen met mannen samen te wonen komen verschillende antwoorden. De een vindt het “crazy,” de ander is er juist blij mee. In Assen woonde van alles door elkaar, mannen, vrouwen, gezinnen met kinderen. Het was er soms een chaos. Samenwonen met mannen alleen heeft daarom ook voordelen. Basheer was de drukte in Assen wel goed bevallen, hij heeft er wel vier maanden gewoond, de andere twee minder dan een week.
Ter Apel
Alle drie de vluchtelingen zijn Nederland binnengekomen via Ter Apel. Zonder te oordelen vertelt Basheer hoe het daar ging. ’s Nachts sliepen ze met hun spullen in een tijdelijke slaapplek. Om 7 uur moesten ze opstaan, werden ze met hun bagage naar Ter Apel gebracht. Daar moesten ze wachten of ze misschien die dag aan de beurt zouden komen. De hele dag wachten tot het zes uur was, en toen weer naar een tijdelijke plek om te slapen.
Maar op dit moment zijn de mannen veilig in Woerden. Ze waarderen de stabiliteit, komen hier tot rust, en maken voorzichtig plannen voor de nabije toekomst. Zo zou Basheer graag zijn familie willen opzoeken die in Luxemburg woont. Hij moet nog wachten tot hij Nederland voor een tripje mag verlaten. Teklemichael, die nog best jong is, zou graag een opleiding volgen. En Temitayo zou graag voort willen zetten wat hij in Nigeria deed, jonge meisjes beschermen tegen misbruik, andere jongeren waarschuwen tegen de gevaren van drugsgebruik.
We besluiten het bezoek aan de noodopvang met een kijkje in de tuin, aangelegd met steun van Woerdense vrijwilligers. Een asielzoeker is daar vakkundig bezig met de bestrating, en er staan allerlei planten klaar om in de perken te zetten. Het ziet er mooi uit op deze zonnige herfstdag. Martinus schiet er een paar mooie foto’s bij dit artikel.
Foto’s: Martinus Matthew.