De storm steekt op – Column Roel Botter
Bij het klimmen der jaren valt er nauwelijks aan te ontkomen: Tegen het krieken van de dag, wordt ook bij mij, de druk in het onderlijf dermate alarmerend dat er opluchting gezocht moet worden. Dat “krieken”moet ik overigens wat nuanceren. In het jaargetijde waarin we nu bivakkeren kun je daar niet van spreken. Zo rond een uur of vijf in de morgen heerst nog duisternis. Kilte en stilte completeren het beeld.
De kat gaat dwingend voor mijn voeten lopen, bedelend om zijn ochtendsnack. Meestal zwicht ik, dan is het maar klaar. Slaapdronken als je bent loop je anders ook nog het risico om in het halfduister over het beest te struikelen. Ik maak koffie en kruip in mijn stoel. Soms, wanneer het me te kil wordt, pak in een jas van de kapstok in de hal. Het mijmeren kan beginnen. Dit is een van mijn favoriete dagmomenten. Gedachten buitelen door mijn brein, vaak zijn het flarden met kop noch staart. Ik probeer ze soms te ‘vangen’ en op te schrijven, maar het lukt me zelden om precies weer te geven wat er opborrelt, wat ik bedoel. Dat te kunnen, onderscheidt de echte schrijver van de verdienstelijke krabbelaar, waaronder ik ook mezelf schaar. Na die koffie kruip ik weer in mijn warme bed en tuk nog een uur of anderhalf.
Onlangs, tijdens zo’n vroeg-ochtendlijke mijmersessie bleef een gedachte wel lang genoeg hangen om een paar woorden te noteren, als geheugensteun voor later. Zonder enige aanleiding, of het moet de duisternis geweest zijn, schoot me de titel van een jeugdboekenserie te binnen, geschreven door Anne de Vries in 1954: “Reis door de nacht.” Over het leven van een Nederlands gezin in oorlogstijd. De serie bestaat uit vier delen: De duisternis in, De storm steekt op, Ochtendgloren en De nieuwe dag. Ze staan in mijn geheugen gegrift. Ik bedenk ineens dat Anne de Vries, waarschijnlijk zonder het te beseffen, het leven in die vier titels heeft samengevat. Vooral wanneer je zoals ik, de reïncarnatiegedachte aanhangt, is het één op één in te vullen. Komend vanuit ‘Het Licht’ beland je kwetsbaar en afhankelijk op deze planeet, daar begint de strijd om te overleven al. Je plek veroveren, opleidingen, carrière, kinderen opvoeden,vreugde en verdriet,, de leerschool is oneindig. Maar er gloort hoop. Naarmate we ouder worden komt er begrip, het inzicht waarom de dingen gingen zoals ze gingen. Lessen zijn geleerd, acceptatie is het vervolg en uiteindelijk, aan het eind van de reis volgt de overstap. Dan breekt de Nieuwe Dag aan.
Ik wil u op geen enkele wijze mijn ideeën opdringen en kan mij voorstellen dat menigeen deze onverwachte ontboezeming met opgetrokken wenkbrauwen leest. Maar u mag wat mij betreft gerust wat meer weten, om een beeld te krijgen van degene die u elke maand via dit medium een verhaaltje aanbiedt. Overigens vind ik dat we ons maatschappelijk gezien, ook in een fase bevinden die vergelijkbaar is met een deel uit die serie en ik vrees dat ‘De storm steekt op’ daar het meest voor in aanmerking komt. Hij wakkert nog steeds aan, zo lijkt het. Toch hoop ik dat hij in de loop van dit komend jaar gaat liggen en ik over twaalf maanden een column mag schrijven met als titel: Ochtendgloren. Ik wens iedereen het allerbeste in 2025.
PS. “Reis door de nacht” is nog steeds verkrijgbaar.